Taylor Swift en Aristoteles

Hoe moeten wij ons verhouden tot de natuur?

door Dorijn Holterman

De climate criminal
Tussen 1 januari en 29 juli dit jaar heeft de privéjet van zangeres Taylor Swift 170 vluchten gemaakt. Dit heeft geleid tot een CO2-uitstoot die 1184,8 keer groter is dan de jaarlijkse uitstoot van de gemiddelde burger. Ook werd de beroemdheid Kylie Jenner een climate criminal genoemd wegens een vlucht in haar privéjet die welgeteld drie minuten heeft geduurd. Maar niet alleen wereldsterren nemen het er flink van, ook de gewone burger pakt regelmatig het vliegtuig. De drukte op Schiphol rees de pan uit afgelopen zomer. Dit had naast het personeelstekort ook te maken met het grote animo om weer de gaan vliegen na de coronacrisis. Hoe leuk en efficiënt het ook is, het vliegverkeer is één van de grote versterkers van klimaatverandering door de grote uitstoot van het broeikasgas CO2. Dit roept een probleem op. In hoeverre is het verantwoord om te reizen met het vliegtuig? Moet ik aan het milieu denken en stoppen met reizen, of moet ik voor mijn eigen geluk en ontwikkeling kiezen?

Een animal rationale
Volgens Aristoteles streeft iedereen naar geluk. Hij stelt dat geluk is datgene doen waar je voor gemaakt bent. Mensen kunnen, net als planten, floreren. Op basis van deze gegevens zou je kunnen zeggen dat Aristoteles het vele vliegen zou goedkeuren omdat Taylor Swift als artiest het beste tot uiting komt door de hele wereld over te reizen.

Toch zit het iets anders dan dat. Aristoteles heeft het over eudaimonia, het ultieme geluk. Of nog beter ‘gelukt zijn’. Onze functie als mens is om onze rede te gebruiken, omdat dat uniek is voor de menselijke soort. Goed leven betekent dus gebruik maken van je verstand. Hieruit volgend zou je je kunnen afvragen of het wel verstandig is om zo vaak te vliegen wetende dat het slecht is voor het milieu. Of anders gezegd: Heeft Taylor Swift wel goed haar rede gebruikt? Ze is immers net als ons allemaal een animal rationale. Of weet ze precies de gevolgen van haar vliegtuiggebruik en heeft ze tegen beter weten in gehandeld?

Een individuele benadering
Volgens Aristoteles gaat gelukkig zijn gepaard met hard werken aan jezelf. eudaimonia bereik je als je het juiste karakter ontwikkelt. Dankzij onze rede zijn we in staat om deugden te ontwikkelen. Voor Aristoteles is elke deugd het midden tussen twee uitersten. Het gaat om de juiste balans. Bijvoorbeeld, dapperheid is het juiste midden tussen lafheid en roekeloosheid. Dit oogt simpel, maar toch is het vinden van het juiste midden niet zo concreet als wiskunde. Het midden verschilt per situatie en persoon. De vaardigheid om in verschillende situaties het juiste midden te kiezen noemt hij phronesis: praktische wijsheid. Deze wijsheid vergaar je door veel ervaring en training. Maar wat is het juiste midden in de kwestie van het vliegen? De situatie van Taylor Swift zouden we als uiterste kunnen nemen. Namelijk het ongeremd vliegen van A naar B in een luxe privéjet. Met als andere uiterste nooit iets te zien krijgen van de wereld. Het juiste midden daartussen zou zijn af en toe een keer op vakantie met het vliegtuig. Je krijgt iets van de wereld te zien en je bent bewust over het milieu. Probleem opgelost? Nu moeten we even terug naar wat Aristoteles phronesis noemt: het juiste midden vinden in elke situatie. Als we uitgaan van iemand die enorme vliegangst heeft en altijd de trein of de auto pakt is ‘af en toe op vakantie met het vliegtuig’ helemaal geen goede balans. Diegene zou daar ontzettend ongelukkig van worden en het komt ook nog eens slechter uit voor het milieu. Het juiste midden voor deze persoon is dus niet reizen met het vliegtuig, maar op andere manieren de wereld bekijken.

Zou deze oplossing dan wel werken voor Taylor Swift? Af en toe vliegen zou betekenen dat ze nooit meer op tournee zou kunnen of makkelijk van talkshow naar awardshow kan vliegen. Kortom, haar beroep komt in het geding en ze zou een hoop moeten opofferen. Maar dit zou een groot gewin voor het klimaatprobleem betekenen. Is dat de juiste balans? Taylor zal hier waarschijnlijk erg ongelukkig van worden. Dus misschien is het juiste midden voor haar blijven vliegen maar wel een deel van haar kapitaal doneren aan Greenpeace of een dergelijke organisatie.

Een collectieve vraag
Aristoteles benadert het juiste midden voor elk individueel geval. Ik denk dat je iets anders naar dit probleem moet kijken. Ik denk niet dat je per individu moet bepalen hoe je je moet verhouden tot de natuur. Dit is namelijk een casus met betrekking tot iedereen. Hoe vaak Taylor Swift vliegt heeft namelijk niet alleen gevolgen voor haar persoonlijke eudaimonia, maar uiteindelijk voor iedereen. Ik denk dat iedere bewoner van de aarde en iedere exploiteur van de natuur iets moet inleveren, voor sommigen zou dat misschien meer zijn dan anderen. Taylor Swift zal bijvoorbeeld meer moeite moeten doen om haar beroep uit te oefenen en respect te hebben voor de natuur dan ikzelf, die elke dag op de fiets naar school kan komen. Daarom denk ik dan we een ‘gezamenlijk midden’ moeten vinden. Niet om naar perfectie te streven of om via de rede elk individu te vormen of om als mens tot bloei te komen. Maar voor het welzijn van de mens in zijn geheel. Ik denk dat het juiste gezamelijke midden, betreft onze verhouding tot de natuur, is om respectvol te handelen. Hiermee bedoel ik de natuur zoveel mogelijk haar gang laten gaan zonder dat te verstoren. Uiteindelijk, hoe meer we onze natuur schaden, hoe meer last wij er van gaan krijgen. Swift zal zich, net als iedereen, dus moeten afvragen: “Hoe heb ik respect voor de natuur?”. Dan zal ze al snel tot de conclusie komen dat zoveel vliegen als ze nu doet niet door de beugel kan. Het vergt creativiteit om gelukkig te zijn en je te ontwikkelen terwijl je je houdt aan deze norm. Bijvoorbeeld, alle fans vliegen de komende tijd iets minder om Taylors milieuvervuilende worldtour te compenseren. Dit soort oplossingen zijn mogelijk omdat je ‘het juiste midden’ breder trekt dan het individu. Ik denk dat de algehele kwestie van de natuur centraal moet staan en niet het individu.

Een gezamenlijk midden
In hoeverre is het verantwoord om te reizen met het vliegtuig? Als je deze vraag benadert door jezelf af te vragen: “Is vliegen respectvol tegenover de natuur?”, dan kom je uit op nee. Vliegen is niet verantwoord. Toch denk ik niet dat dat betekent dat je nooit meer in een vliegtuig mag stappen. Want is af en toe vliegen terwijl je bewust bent van je eigen CO2 voetafdruk en op verschillende manieren denkt aan het milieu respectvol tegenover de natuur? Ik denk van wel. Door het collectieve midden toe te passen op ons eigen leven staan we met alle neuzen dezelfde kant op. Onze verhouding tot de natuur is respectvol, een midden dat we gezamenlijk bepalen.

Een plasje water

We willen alles uitleggen, verklaren. De chaos van de wereld uitgedrukt in woorden die de loze pretentie hebben om verklarend te zijn. De brokstukken van de exoterische wereld worden aan elkaar gelijmd via oppervlakkige eenzijdige narratieve verhalen zonder kritische invalshoek. Het direct gegevene prevaleert. Dat wat niet aanwezig is wordt als niet bestaand geclassificeerd. Dat is er gewoon niet en kan ook niet ter discussie worden gesteld.
De wereld is maakbaar, vormbaar naar keuze. We kiezen die elementen waarmee we ons willen profileren. We kiezen enkel die ervaringen, gedachten en gevoelens die binnen onze verschraalde ervaringswereld vallen. Maskers die een persoonlijke diepte suggereren en die verborgen houden. Alleen die diepte is er niet. WYSIWYG. We zijn als een plasje water op straat.

Zo’n wereld is onleefbaar. We moeten toch meer zijn dan onze ijdelheid. Er moet toch meer zitten achter ons uitzonderlijk persoonlijk profiel. Dus is er nog één onverklaarbaar verschijnsel dat mag bestaan. Gevormd binnen de burgerlijke conventies, beantwoordend aan vaste patronen en regels. Een legitimering van een onbereikbaar ideaal. Een verhaal met de status van een geloof, een niet verklaarbare waarheid. Zelfs het kapitalistisch imperatief moet hieraan ondergeschikt zijn. Natuurlijk niet te veel, dat zou lastig zijn. Een moreel conflict is te ingewikkeld, dat kunnen we niet aan. Dan moeten we kritisch worden.

Nee, er is één oerkracht die nog dapper stand houdt in weerwil van de verwoestende krachten van de uiterlijke schijn. En dat is de romantische liefde. Wow! We zijn dus toch niet zo shallow. We zijn als stille wateren. Dit is wat we allemaal willen. Liefde. We hebben diepgang, we zijn de diepe gronden. We bezitten de waarachtige kennis van het leven. Ons leven. Het is maakbaar, verklaarbaar én mysterieus. (Dan moeten we wel even alle dating sites en app’s negeren. Dat zou de illusie van een niet ontleedbare en niet reductioneerbare liefde enigszins onder druk zetten). We geloven in de illusie van een sturend principe. Nee, we zijn de illusie.

Nu weten we hoe we moeten leven.
Werkelijk?
Not!
Slaap lekker verder.

Nog steeds Immanuel Kant

Antropologie

Since Immanuel Kant a difference between the noumenal (the world as it is “in-itself”) and the phenomenal (the world as it appears to us) was introduced, and since then this particular distinction, through various means, has continued to dominate philosophy.

Kant turned philosophy into an anthropology of a very particular sort. Philosophy had stopped being occupied with reality.

At the start of the new millennium, all of the philosofical developments can still be considered post-Kantian, since all of them practice some sort of non-anthropocentrism. All the dualisms have been installed under anthropocentric rule (between man and woman, human and animal, culture and nature, technology and nature, etc.), whether developed by Kant, Descartes, or phenomenology.

We still are Kantians in every way, we still think it is impossible to take human thought out of the equation.

source: “https://ndpr.nd.edu/news/speculative-realism-problems-and-prospects/
Peter Gratton, Speculative Realism: Problems and Prospects, Bloomsbury, 2014, 266pp., $29.95 (pbk), ISBN 9781441174758.
Reviewed by Rick Dolphijn, Utrecht University

En nu ?

De antwoorden op de filosofische kennis-theoretische vraagstukken zijn nog steeds valide. Maar de vraag wat er er mee moeten doen in ons huidige leven blijft onbeantwoord.

Het lijkt erop dat we een nieuwe ‘ethica’ nodig hebben die toepasbaar is in deze tijd. Een ‘ethica’ die de rol van de mens, de (technische) invloed op de wereld, kan plaatsen. Hoe verhouden wij ons naar de wereld om ons heen. Hoe verhouden we ons tot onze cultuur. Mogen we zo rigoureus ingrijpen in de natuur. Een hedendaagse herdefiniëring op de mens, zowel als individu als soort.

In dit licht lijken de vragen van Kant nog steeds erg actueel:
Wat kan ik weten?
Wat moet ik doen?
Wat mag ik hopen?
Wat is de mens?